• Fiscaliteit

Blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming

Met de woorden van Benjamin Franklin: niets is zeker, behalve (helaas) onze eindigheid en belastingen. Voor Belgen geldt daarbij inzonderheid de geregelde wijziging van de belastingregels. Met het oog op vereenvoudiging en een gebalanceerde fiscaliteit, publiceerde Minister Vincent Van Peteghem op 18 juli 2022 een blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming. Of de principes uit de visienota geïmplementeerd zullen worden is onzeker. Om de vinger aan de pols te houden, geeft Sansen International Tax Lawyers u graag een inkijk in de principes van de nota.

Auteur

Sansen International Tax Lawyers

1. Verlaging van de belasting op arbeid...

Werken moet lonen. Daarom voorziet de blauwdruk in een aantal maatregelen om de lasten op arbeid te verlagen. Zo is de idee om de belastingvrije som te verhogen (van 9.270 EUR naar 13.390 EUR) en de belastingtarieven te verlagen (van 40%, 45% en 50% naar 35%, 40% en 45%). Alleen inkomsten boven 84.740 EUR zouden aan 50% belast worden (dit bedrag is dubbel zo hoog als het bedrag van de hoogste schijf vandaag).

Als compensatie voor die verlaging wil de Minister de belastbare basis vergroten door een betere omschrijving van het loonbegrip:

Diverse forfaitair gewaardeerde voordelen (gratis ter beschikkingstelling woning, verwarming, elektriciteit en huispersoneel) zouden voortaan op basis van hun werkelijke waarde worden belast.

Activiteitinkomsten zouden niet langer kunnen worden omgevormd in vermogensinkomsten, waarbij vermoedelijk de (ondertussen reeds hervormde) auteursrechten bedoeld worden.

Ook zal het gebruik van cafetaria- en optieplannen worden ontmoedigd, en zullen de diverse cheques met uitzondering van de maaltijdcheque worden behandeld als loon.

Daarnaast stelt minister Van Peteghem dat kosten eigen aan de werkgever niet mogen worden gebruikt om verdoken loon uit te betalen.

Belangrijk voor werknemers is ook dat de Minister zich bewust is van de noodzaak tot behoud van het fiscaal voordeel in kader van pensioenopbouw. Echter lijkt men na te denken over een plafonnering van het fiscale voordeel, alsook over een aanpassing van de (heden voordelige) eindtaxatie bij uitkering van een pensioenkapitaal.

2. … en corresponderende verhoging van de belasting op vermogensinkomsten (?) …

Zoals u wellicht bekend is, heeft de Belgische fiscaliteit een reële impact op het finale rendement van uw beleggingen. De opeenvolgende verhogingen van de beurstaks zorgen er bijvoorbeeld voor dat veelvuldig handelen een nadelige impact kan hebben op uw beursresultaat. Met de blauwdruk poogt de Minister alvast meer neutraliteit te realiseren, zodat de fiscaliteit spaar-, beleggings- en investeringsbeslissingen minder beïnvloedt.

Vandaag bent u zich ervan bewust dat de roerende voorheffing 30% bedraagt. Meerwaarden zullen daarentegen doorgaans belastingvrij zijn. In kader van de hervorming beoogt de Minister een meer eenvormige benadering, waarbij inkomen uit vermogen op eenzelfde manier behandeld wordt:

Daarbij zou een belastingtarief van 25% vooropgesteld worden inkomsten uit vermogen: interesten, dividenden en huuropbrengsten (met taxatie van de werkelijke huur in plaats van het huidige kadastrale inkomen, alsook toepassing van een kostenforfait van 30%).

Gerealiseerde meerwaarden op aandelen, obligaties en andere financiële producten zouden aan 15% belast worden. Als compensatie zou de taks op de effectenrekening en de taks op de beursverrichtingen verdwijnen. Ook meerwaarde op investeringsvastgoed zou aan 15% belast worden.

Voor de vermogensinkomsten zou een vrijstelling van EUR 6.000 worden voorzien. Ook de bevrijdende roerende voorheffing blijft behouden, wat een relatieve discretie van uw vermogen toelaat. Ten slotte lijkt de Minister toe te laten om gebruik te maken van een zogenaamde ‘step-up’, waardoor (latente) meerwaarde verworven tot op het moment van de hervorming niet door de nieuwe regels gevat kan worden.

3. Met respect voor ondernemerschap

Voor de ondernemers onder u is er ten slotte goed nieuws: de minister lijkt voornemens om de vennootschapsbelasting voor KMO’s te verlagen van 20% naar 15% en dit voor de eerste schijf van EUR 200.000 EUR winst (voorheen EUR 100.000). Ook zou het mogelijk blijven om fiscaal onbelast een vennootschap te verkopen, met name wanneer de verkoop gepaard gaat met behoud van activiteit.

Daartegenover staat dat de er gerichte maatregelen zouden worden genomen om de zogenaamde vervennootschappelijking tegen te gaan. Dit is volgens de minister al jaren een optimalisatiepiste om de hoge lastendruk op arbeid te omzeilen. Daartoe stelt hij een aantal gerichte maatregelen voor:

Ten eerste zou worden voorzien in een aanzienlijke lastenverlaging in de personenbelasting, zoals hiervoor reeds werd uiteengezet.

Voorts is het de bedoeling om de zogenaamde minimumbezoldiging (heden EUR 45.000) voor de toepassing van het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting te indexeren.

Ten slotte zou niet langer zijn toegelaten om die minimumbezoldiging in alternatieve verloningsvormen uit te betalen.

Onduidelijk is ten slotte wat het standpunt is omtrent de incentives van de zogenaamde VVPR-bis of liquidatiereserve.

4. Ons oordeel

Er moet op gewezen worden dat de blauwdruk hoogstens een discussienota is en de politieke haalbaarheid ervan niet geheel duidelijk is. Zo zal verder onderzoek dienen te gebeuren naar de financiële haalbaarheid van deze vooropgestelde maatregelen, waar ook de uitgavenzijde voor ogen gehouden moet worden.

Mocht het tot een hervorming komen, zullen er winnaars en verliezers zijn. In de drang naar vereenvoudiging, zouden wij de Minister alleszins durven influisteren dat het stimuleren van ondernemerschap en zuurstof voor de economie van primordiaal belang blijft. Zoals immers een ander gezegd luidt: too much tax, kills tax!

 

Wenst u graag op de hoogte te blijven van recent financieel nieuws en wetgeving?
Wenst u graag op de hoogte te blijven van recent financieel nieuws en wetgeving?

Wenst u graag op de hoogte te blijven van recent financieel nieuws en wetgeving?