• Beurs & economie

Discretionair Beheer met fondsen en ETF’s

De lagere energieprijzen en de heropening van China zorgden voor een verrassend sterk economisch momentum in het eerste kwartaal. Dit vuurde aandelen uit de VS en Europa aan met winsten tussen 5% en 8%. De aanhoudende verhogingen van de kortetermijnrente door de centrale banken als antwoord op de halsstarrig hoog blijvende kerninflatie, liet in de banksector de eerste slachtoffers zien.

Staatsobligaties uit de Eurozone spinden garen bij de toegenomen risico-aversie en stegen met meer dan 2%. De dollar verloor terrein nu beleggers oordelen dat de monetaire verstrakking door de Amerikaanse centrale bank op zijn einde loopt, wat een verdere toename van de rentevergoeding op de dollar weinig waarschijnlijk maakt.

Auteur

Philippe Mahieu

Discretionair Beheer - Marktcommentaar

De teloorgang van Silicon Valley Bank (het tweede grootste bankfaillissement in de Amerikaanse geschiedenis) deed de Federal Reserve noodmaatregelen nemen. Ze verschafte via verschillende faciliteiten liquiditeiten aan de bankwereld die de balans van de Amerikaanse centrale bank met 400 miljard $ deed toenemen. Tegelijkertijd verhoogde ze de kortetermijnrente met kleinere stappen van 25 basispunten in februari en maart tot een vork van 4,75% tot 5% om de inflatie verder af te remmen.

Een strategie die ten dele succesvol bleek met een stijging van de brede inflatiegraadmeter (inclusief energie en voeding) die voor de achtste opeenvolgende maand vertraagde tot 6% op jaarbasis van een piek van 8,9% in juni vorig jaar. Niettegenstaande de slechte prestatie van de bankaandelen steeg de S&P500 in maart en in het eerste kwartaal door de sterke stijging van groeiaandelen. De grote technologie-aandelen schitterden in het bijzonder, ondersteund door de dalende langetermijnrente. Vooral aandelen uit de gezondheids– en energiesector bleven achter bij de stijging.

 

Europese aandelen boekten sterke winsten over het eerste kwartaal dankzij economische cijfers die de verwachtingen overtroffen. De voorlopende samengestelde indicator van de aankoopdirecteuren (PMI) steeg in maart tot 54,1 het hoogste niveau van de afgelopen 10 maanden. Dit sterk momentum was bijna volledig te danken aan de PMI van de dienstensector die in maart verder steeg van 52,7 tot 55,6 terwijl de PMI van de verwerkende nijverheid met 47,1 een krimpende activiteit voorspelde. Wat de inflatie betreft, zouden volgens de eerste schattingen de consumentprijzen in maart met 6,9% op jaarbasis gestegen zijn. Dit zou een vertraging betekenen t.o.v. een stijging met 8,5% in februari en de minste toename van de afgelopen 12 maand.

De stijging van de kerninflatie bleef echter versnellen van 5,2% op jaarbasis in december tot een geschatte 5,7% in maart. Aangezien de groei sterker was dan verwacht en de kerninflatie hoog bleef, verhoogde de Europese Centrale Bank haar depositorente in februari en maart met telkens 50 basispunten tot 3%.

Ze toonde hierbij vertrouwen in de stabiliteit en de veerkracht van het Europese bankensysteem in de nasleep van de overname van het zieltogende Credit Suisse door UBS. Ondanks de volatiliteit in maart boekten de bankaandelen uit de Eurozone nog winst over het eerste kwartaal. Aandelen uit de IT-sector, telecom en luxegoederen lieten de sterkste stijging zien. Energieaandelen bleven achter en vastgoedaandelen daalden fors door ongerustheid over de hogere financieringskosten en een lagere bezettingsgraad.

Aandelen uit de groeilanden lieten over het afgelopen kwartaal licht positieve rendementen zien en bleven beduidend achter bij de prestaties van aandelen uit de ontwikkelde landen. Het begin van het jaar zorgde nochtans voor hernieuwd optimisme over de Aziatische regio als gevolg van de heropening van de Chinese economie.

In februari en maart namen de geopolitieke spanningen tussen de VS en China weer toe en staken onzekerheden over de globale macroeconomische omgeving als gevolg van de bankenonrust de kop op. Voorlopig werd dit niet vertaald in de voorlopende indicator van de dienstensector in China die in maart steeg tot 57,8, wat wees op de snelste toename van de activiteit sinds november 2020. Ook de PMI van de verwerkende nijverheid liet met een niveau van 51,9 een verwachte expansie zien.

De hogere activiteitsgraad zorgde, in tegenstelling tot de ontwikkelende landen, niet voor een toename van de inflatie die in februari amper een stijging kende van 1% op jaarbasis. De Chinese centrale bank heeft dan ook mogelijkheden om de economie monetair te stimuleren, wat ze in maart ook deed met een verlaging van de reserveverplichting voor banken met 25 basispunten.

De positieve impact op de groeimarkten van de betere prestatie van Chinese aandelen werd ten dele teniet gedaan door de zwakke prestatie van aandelen uit Indië en Brazilië. Indiase aandelen behaalden negatieve rendementen door beschuldigingen van fraude en koersmanipulatie bij een groot conglomeraat en zwakkere economische cijfers.

Vooral naar het einde van het kwartaal toe zetten de obligatiemarkten een mooie prestatie neer. Ze hadden het nochtans moeilijk in het midden van het kwartaal toen bleek dat de inflatiestrijd nog lang niet gestreden was. De bankenonrust deed de verwachting van verdere renteverhogingen echter omslaan naar renteverlagingen. De langetermijnrente op 10 jaar daalde in de VS van 3,92% naar 3,47% en in Duitsland van 2,65% naar 2,29%. De koersen van staatsobligaties in de Eurozone met een gemiddelde looptijd van 8 jaar, veerden dan ook met bijna 2,5% op. De dalende risicovrije rente bracht ook soelaas voor (hoogrentende) bedrijfsobligaties en compenseerde meer dan het negatieve prijseffect als gevolg van de hogere risicopremie (spread) in functie van een mogelijke recessie. Obligaties in lokale munt uit de groeilanden kenden een stijging van meer dan 3% dankzij de dalende dollar.

Lees het volledige artikel

Wenst u graag op de hoogte te blijven van recent financieel nieuws en wetgeving?
Wenst u graag op de hoogte te blijven van recent financieel nieuws en wetgeving?

Wenst u graag op de hoogte te blijven van recent financieel nieuws en wetgeving?