• Beurs & economie

Onze visie op de financiële markten - maart 2024

De voornaamste aandelenmarkten zetten mooie prestaties neer in het eerste kwartaal van 2024. De veerkrachtige Amerikaanse economie en het aanhoudend enthousiasme over artificiële intelligentie stuwden vooral de Amerikaanse S&P500 index vooruit met een stijging van bijna 13% in eurotermen. Obligatiemarkten lieten een gemengd beeld zien. 

Staatsobligaties kenden een terugval toen de markten hun verwachtingen omtrent het aantal renteverlagingen naar beneden bijstelden, wat de langetermijnrente deed aantrekken. Deze nieuwe inschatting van het monetair beleid ondersteunde de dollar met een stijging van meer dan 2% over het afgelopen kwartaal.

Auteur

Philippe Mahieu

Discretionair Beheer Marktcommentaar

Stevige inflatiecijfers, een robuuste economische activiteit en een terugkrabbelende FED zorgden voor een wijziging in de verwachting van het aantal renteverlagingen in de Verenigde Staten. Waar eind 2023 nog zes tot zeven rentedalingen van elk 0,25% werden ingecalculeerd, stond eind eerste kwartaal de teller voor 2024 op drie. Vooral de consumentenbestedingen en de overheidsuitgaven zorgden ervoor dat de consensus voor de economische groei, over de eerste drie maanden van 2024, toenam van een verwachte 0,6% naar 2%. Ook de PMI voor de verwerkende nijverheid, die peilt naar het vertrouwen van de aankoopdirecteuren, steeg in maart naar 50,3 en dit na zestien opeenvolgende maanden van dalende cijfers. De kerninflatie stabiliseerde bovendien op een hoog niveau wat de FED ertoe aanzette om het niveau van de kortetermijnrente onveranderd te laten tussen 5,25% en 5,5%. De stijging van de langetermijnrente woog op de aandelenkoersen van de rentegevoelige sectoren zoals de vastgoed en de nutssector. Een aantal technologiebedrijven publiceerden, onder impuls van de vraag naar AI-gerelateerde producten en diensten, sterke bedrijfsresultaten en zagen hun koersen vaak fors stijgen. De aandelen uit de energiesector profiteerden mee van de aantrekkende olieprijs en ook de financiële aandelen kenden een mooi kwartaal. 

In de Eurozone werd de samengestelde PMI-index, die zowel peilt naar het vertrouwen in de verwerkende nijverheid als in de dienstensector, in maart bijgesteld naar het hoogste niveau in tien maanden. Dit duidde, voor het eerst sinds mei 2023, op een terugkeer naar groei voor de private sector (gezinnen en bedrijven). Bovendien was er voor de derde maand op rij een netto banengroei als gevolg van een toenemend vertrouwen van bedrijven in de economische vooruitzichten. De kerninflatie daarentegen daalde in maart voor de achtste opeenvolgende maand tot een stijging van 2,9% op jaarbasis in vergelijking met een stijging van 5,7% op jaarbasis in maart 2023. Tegen deze economische achtergrond hield de ECB de kortetermijnrente gedurende het afgelopen kwartaal op 4%. In hun laatste rentevergadering in maart spraken veel beleidsmakers hun steun uit voor een eerste renteverlaging, hoogstwaarschijnlijk in juni. De voorzitster van de ECB, Christine Lagarde, zei op de persconferentie dat de centrale bank echter meer duidelijkheid wenst over de loongroei vooraleer ze de rente wil verlagen. Ze benadrukte nadien dat een mogelijke renteverlaging in juni niet direct de deur openzet voor verdere verlagingen. De aantrekkende economische activiteit deed de aandelenkoersen van industriële bedrijven opveren. Financiële waarden en aandelen uit de sector van de duurzame consumptiegoederen kenden eveneens een mooi eerste kwartaal. De koersen van vastgoed– en nutsaandelen en van aandelen van producenten van verbruiksgoederen waren daarentegen de achterblijvers. 

Chinese aandelen startten 2024 in mineur en zorgden ervoor dat de prestatie van de richtinggevende index van de groeilandaandelen over het eerste kwartaal ondermaats was. Ondanks specifieke stimuleringsmaatregelen, bleef de Chinese economie sputteren omwille van een zwak consumentenvertrouwen en ernstige uitdagingen in de vastgoedsector. De Latijns-Amerikaanse aandelenmarkten, met voorop Brazilië, hadden dan weer te lijden onder de hoog blijvende rente om de inflatie aldaar in te dijken. Positieve impulsen op de prestatie van de MSCI Emerging Markets Index kwamen dan weer van indexzwaargewichten Taiwan en India. De chipproducenten uit Taiwan profiteerden ten volle van de aandacht voor het potentieel van artificiële intelligentie. Ook aandelen uit India presteerden goed en werden ondersteund door de stijging van de Indiase roepie. Dit alles in aanloop naar de algemene verkiezingen in april waarin de zittende premier Modi op zoek gaat naar een derde ambtstermijn. 

De volatiliteit van de rente hield aan in het eerste kwartaal. Sterke economische cijfers en de verwachting van minder renteverlagingen door de centrale banken, duwden de langetermijnrentes hoger en de koersen van langer lopende staatsobligaties lager. De Amerikaanse 10-jaars rente steeg van 3,87% eind 2023 naar 4,21% aan het einde van het eerste kwartaal van 2024. Over diezelfde periode steeg de Duitse 10-jaars rente met 29 basispunten van 2,01% naar 2,30%. Aangezien een economische terugval zich niet realiseerde over het eerste kwartaal van 2024, daalden de “spreads” op bedrijfsobligaties van ondernemingen uit de Eurozone. Door de lagere gemiddelde looptijd van de indexen, bestaande uit bedrijfsobligaties ten opzichte van de indexen met overheidsobligaties, viel de negatieve impact van de stijgende langetermijnrente op de bedrijfsobligaties lager uit. Bovendien werd deze negatieve impact volledig teniet gedaan door dalende spreads, in het bijzonder voor obligaties van ondernemingen met een lage kredietwaardigheid, die op indexniveau het kwartaal met 1,63% stijging afsloten. Obligaties uit de groeilanden lieten in eurotermen eveneens een mooie prestatie zien, ondersteund door de stijging van de dollar.

Discretionair Beheer met fondsen en ETF’s Economische omgeving

De groter dan verwachte economische veerkracht in de Verenigde Staten en sommige andere landen, zorgden ervoor dat de wereldwijde economische vooruitzichten, geformuleerd door mondiale economische denktanks zoals de OESO, het IMF en de Wereldbank, voor 2024 naar boven werden bijgesteld. 

De voorspelling voor 2024 is nu over het algemeen 0,3% hoger dan de laatste inschattingen, waardoor de globale economie dit jaar met 3% zou groeien t.o.v. 2023. 
Deze prognoses zijn gebaseerd op de voorspelling dat de grondstoffenprijzen per saldo licht zullen dalen over dit jaar en dat de beleidsrentes door de FED en de ECB vanaf de tweede helft van 2024 gradueel worden verlaagd. Voor de meeste geavanceerde economieën zou de reële groei naar verwachting uitkomen op 1,5%. Dit is ruim onder het pre-pandemische gemiddelde van 2,1% op jaarbasis. Onder impuls van een sterk economisch momentum in India zou de economische groei in de opkomende markten over 2024 schommelen tussen 4% en 4,5%. In de meeste regio’s daalt de brede inflatiegraadmeter, door het restrictieve monetaire beleid en het normaliseren van de aanbodzijde van de economieën, sneller dan verwacht. De toename van de wereldwijde inflatie zou dan ook afnemen van 6,8% in 2023 tot 5,8% in 2024 en 4,4% in 2025.

In de Verenigde Staten zal, volgens het IMF, de stijging van de economische groei verzwakken van 2,5% in 2023 naar een behoorlijke 2,1% in 2024. 
De vertraagde effecten van de verstrakking van het monetaire beleid, een minder expansief begrotingsbeleid en een verzwakking van de arbeidsmarkt, zullen naar alle waarschijnlijkheid een negatieve impact hebben op de bestedingen en investeringen van bedrijven en gezinnen. Met de blijvend hoge inflatie in de dienstensector, zal het een uitdaging blijven voor de FED om de toename van de kerninflatie terug te brengen van 4,1% in 2023 naar een verwachte stijging van 2,3% over 2024. 

Tijdens de eerste helft van 2024 zal de economische groei in de Eurozone zwak blijven. 
Naarmate de inflatie terugvalt en de reële inkomens van consumenten stijgen, zou de groei opnieuw moeten aantrekken tot een matige 0,6% op jaarbasis. De verwachte verlaging van de kortetermijnrente door de Europese Centrale Bank en het herstel van de wereldhandel kunnen voor een duwtje in de rug zorgen. De stijging van de kerninflatie, waarbij de energie- en voedselprijzen buiten beschouwing worden gelaten, zal naar verwachting slechts een fractie hoger uitkomen dan de toename van de brede inflatiegraadmeter, met een gemiddelde stijging van 2,6% in 2024 t.o.v. 4,9% in 2023. 

De economische omstandigheden in de groeilanden zijn zeer divers, waarbij de belangrijkste factoren die de groei bepalen sterk uiteenlopen. 
China blijft worstelen met vastgoedproblemen met opeenvolgende golven van beleidsstimulansen die erop gericht zijn om de negatieve impact van de vastgoedcrisis te lenigen. Een laag consumentenvertrouwen en de toenemende spaardrang belemmeren bovendien de groei van de particuliere consumptie. In India daarentegen stuwen de consumenten en de fiscale stimulansen van de overheid de groei naar een verwachte stijging van 6,2% in 2024. De economische groei in de Oost-Europese en Latijns-Amerikaanse landen zou moeten schommelen tussen 2% en 2,5% dit jaar. Naar verwachting zal de inflatie in de opkomende markteconomieën over het algemeen hoger blijven dan in de geavanceerde economieën. Na een stijging van het algemeen prijsniveau met meer dan 8% in 2023, is ook in de groeilanden de disinflatie ingezet waarbij de toename van de inflatie zou vertragen tot 5,8% in 2024.

Discretionair Beheer met fondsen en ETF’s Transacties en positionering

De economische groei blijft veerkrachtig, de inflatie daalt en de bedrijfswinsten houden stand. 
Een beperkt aantal aandelen met een zeer grote marktkapitalisatie, die vanuit hun business model mee profiteren van het enthousiasme rond artificiële intelligentie, zien hun koersen sterk stijgen. Hoewel we het lange termijn optimisme over het potentieel van A.I. in sommige sectoren delen, houden we het hoofd koel bij het bijhorend positief koersmomentum op de aandelenmarkten. Een momentum dat mede ondersteund wordt door het economisch scenario van een soft landing die door de internationale belegger grotendeels in de aandelenkoersen verrekend wordt. Dit optimisme kan op korte termijn zorgen voor verdere koerswinsten. Het risico van een economische vertraging later in het jaar is toegenomen aangezien het effect van eerdere renteverhogingen nog ten volle moet inwerken op de economie. De verdere afname van de hoeveelheid liquiditeiten die gecreëerd werden door de centrale banken over de voorbije jaren en de eventuele vermindering van de overheidsuitgaven, zullen eveneens wegen op de groei.

Met 34 000 miljard USD aan schuld en rentelasten die sinds de pandemie toegenomen zijn van 584 miljard USD in maart 2020 naar 1 100 miljard USD in februari 2024, zijn de Amerikaanse overheidsfinanciën niet gezond te noemen. Als het beleid ongewijzigd blijft, zou de overheidsschuld in 2025 het dubbele bedragen van 2017. Hoewel de tsunami aan overheidsuitgaven zich vertaalt in een robuust groeipercentage voor de economie, is het begrotingsbeleid inefficiënt. Volgens studies is er momenteel 2,5 dollar aan nieuwe schulden nodig om 1 dollar groei te realiseren. Het hoeft geen betoog dat op deze manier toekomstige economische groei op een inefficiënte en niet-duurzame manier naar vandaag verschoven wordt, wat de consumptie en activaprijzen voor een deel kunstmatig doet stijgen.

We blijven de huidige inschatting van een zachte landing van de Amerikaanse economie challengen. 
Zowel voorlopende indicatoren als marktsignalen sluiten het risico op een (milde) recessie niet uit. Volgens ons duurt het door uitzonderlijke factoren langer deze keer vooraleer zich een economische afkoeling aftekent. Bovendien zijn de waarderingen in sommige markten opgelopen tot vergelijkbare niveaus als in 1999-2000. Het winstrendement, dat wordt berekend op de S&P500-index, ligt amper hoger dan de rente op 10-jarig “risicoloos” Amerikaans staatspapier. Het alternatieve scenario bestaat erin dat de Amerikaanse economie niet landt (no landing). Dit kan in eerste instantie positief zijn voor de financiële markten. Opnieuw aantrekkende inflatie en hogere rentevoeten kunnen in dit scenario op termijn de prestaties van de meeste activaklassen negatief beïnvloeden. Een neutrale weging van aandelen ten opzichte van obligaties lijkt ons dan ook aangewezen. Voor de lange termijn belegger is het niet onverstandig om de koerswinsten van de afgelopen jaren af te romen en ten dele veilig te stellen in kwaliteitsvolle obligaties.

Binnen het aandelengedeelte blijven de waarderingen van Europese en groeilandaandelen aantrekkelijk vanuit lange termijn oogpunt. 
De index van de groeilanden (MSCI Emerging Markets) bestaat uit aandelen van bedrijven afkomstig uit China (25%), Indië (18%), Taiwan (18%), Zuid-Korea (13%) en Brazilië (5%). De groeimarkten hebben zich de afgelopen decennia ontpopt tot de fabriek van de wereld. De benodigde hardware voor de revolutie in artificiële intelligentie is grotendeels afkomstig van landen als Taiwan en Zuid-Korea. China fabriceert dan weer 80 procent van de zonnepanelen in de wereld en levert de meeste grondstoffen en materialen voor de energietransitie. Met 12 keer de verwachte winst voor 2024 noteren de groeilanden rond hun historisch gemiddelde over de afgelopen 25 jaar. Vooral de korting ten aanzien van de andere aandelenregios is historisch hoog.

Geconcentreerde aandelenportefeuilles met een overweging in Amerikaanse en technologie-aandelen hebben voorlopig de wind in de zeilen. In de (gemengde) portefeuilles met fondsen en/of ETFs verkiezen we om evenwichtiger te investeren met oog voor de lange termijn waardering van aandelen, sectoren en regio’s. De koers/ winstverhoudingen van groeiaandelen bevinden zich op een hoog niveau dat we voor het laatst zagen toen de rente op staatspapier 2% lager stond. Anders gezegd verdisconteren de koersen van deze aandelen al grotendeels de mogelijke rentedalingen die in het verschiet liggen. Cyclische en waarde-aandelen daarentegen zijn relatief goedkoper en hebben een inhaalbeweging ingezet nu de economische groei voorlopig stand houdt. Door het accent te leggen op ETFs, die minder geconcentreerd zijn en die aan alle aandelen een gelijk gewicht toekennen, en actief beheerde fondsen zijn we goed gepositioneerd om mee te profiteren van een mogelijke bredere stijging van de aandelenmarkten. Tegelijkertijd zijn de portefeuilles minder gevoelig voor schokken indien het huidig sterk koersmomentum in sommige populaire aandelen omslaat.

Een positie in goud en een obligatiegedeelte dat hoofdzakelijk geïnvesteerd is in staatsobligaties van de Eurozone, vormen een rendabele en veilige buffer indien de aandelenmarkten, omwille van een terugval van de economische activiteit, een stap terugzet. De hoger renderende obligaties beperken zich tot Amerikaanse staatsobligaties in USD, obligaties van de groeilanden in lokale munt en flexibele obligatiefondsen die op een dynamische manier kunnen inspelen op de snel veranderende rente-omgeving.

Bij een correctie van de financiële markten zoeken we in de aandelenmarkten naar opportuniteiten die mogelijks kunnen liggen in aandelen met een kleinere marktkapitalisatie en beleggingen in het kader van de energietransitie en duurzame energie. Voor de obligatiemarkten liggen er opportuniteiten bij hoogrentende obligaties van zodra het meer-rendement (“spread”) een voldoende compensatie vormt voor het hogere risico als gevolg van een (sterk) afkoelende economie. Ook het gewicht van flexibele obligatiefondsen kunnen we desgevallend verhogen.

Lees het volledige artikel

Philippe Mahieu van FinFactor

Philippe Mahieu, CFA. Philippe is als gedelegeerd bestuurder verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid bij FinFactor. Hij is gastdocent asset allocatie en portefeuillebeheer aan de EHSAL Management School. Tevens was hij grondlegger en jurylid van de Investment Management opleiding binnen de Private Banking Associatie Febelfin Academy die de certificatie voor dit domein verleent aan de Private Bankers in België.

Dit volledige artikel wordt louter ter informatie gepubliceerd. De informatie in dit document is geen beleggingsadvies volgens het financieel recht. Belegt u zelf op basis hiervan, zonder uw FinFactor adviseur te raadplegen, dan is dit uw persoonlijke beleggingsbeslissing. FinFactor NV, noch haar aangestelden kunnen aansprakelijk gesteld worden, behoudens zware fout of bedrog, voor eventuele (in)directe schade naar aanleiding van een mogelijk ongeschikte of niet-passende belegging, die u op eigen initiatief zou doen. De informatie in dit document komt van diverse bronnen. FinFactor NV besteedt de grootst mogelijke zorg aan de keuze van die bronnen en het doorgeven van die informatie. Toch kunnen fouten of weglatingen in die bronnen of processen niet a priori worden uitgesloten. De samenvatting valt niet onder de noemer “onderzoek op beleggingsbeleid” zoals bedoeld in de Gedelegeerde Verordening van de Commissie van 25 april 2016 houdende de aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU. De wettelijke vooruitzichten ter bevordering van de onafhankelijkheid van onderzoek op beleggingsbeleid zijn er niet op van toepassing. Dit document mag uitsluitend gereproduceerd worden met het voorafgaand schriftelijk akkoord van FinFactor NV. De intellectuele eigendomsrechten van FinFactor NV dienen te allen tijde nageleefd.

Vous souhaitez rester informé des dernières actualités financières et législatives ?
Vous souhaitez rester informé des dernières actualités financières et législatives ?

Vous souhaitez rester informé des dernières actualités financières et législatives ?